Van Maaren vertelt...

Ik was ongeveer 14 jaar oud toen ik voor de eerste keer in aanraking kwam met Tai chi chuan. Ik wist dat toen eigenlijk nog helemaal niet.

Op een doordeweekse schooldag was ik bij een vriendje huiswerk aan het maken. De familie van mijn studiemaatje woonden aan de rand van een park. In het park stond die dag een man op 1 been. Vreemd. De man stond geruime tijd bewegingsloos in balans. Vervolgens begon hij na enkele
minuten heel langzaam te bewegen. Het leek een langzame dans van gecompliceerde houdingen. Indrukwekkend. We belden de politie. Dit was niet pluis. Het park was hier niet voor bedoeld.
Vonden we.
Het duurde geruime tijd voordat ik een tweede keer in contact kwam met Tai chi chuan. Ik was toen reeds student aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam. Samen met enkele mede-studenten bewoonde ik een mooie flat in Geuzenveld nabij de Academie. Toen er een kamer vrijkwam werd Paul een nieuwe bewoner. Tof.
Paul was Tai ki ken beoefenaar (Japanse Tai chi chuan) onder de bezielde leiding van Sensei Kallenbach. Jan Kallenbach was onze Judo-docent en een alom gerespecteerd Budoka. Kallenbach studeerde enige tijd in Japan onder Sensei Sawai Kenechi. Elke avond deed onze medebewoner zijn eigen oefenronde Tai ki ken. Ik was erg onder de indruk, want ik voelde de weldadige 'Gong Fu' (arbeid en energie=uitstraling ) en de 'volheid' van de beoefening zonder dit toen te kunnen verwoorden. Nieuwsgierig.